FNV vreest toename onzeker werk

FNV is er niet gerust op dat het herstelpakket waarover de Tweede Kamer vandaag debatteert, voldoende waarborgen biedt voor inkomenssteun en werkzekerheid.

Zakaria Boufangacha van het FNV bestuur: ‘Het is goed dat het kabinet blijft investeren in de arbeidsmarkt. Mede dankzij de gesprekken die er de afgelopen tijd gevoerd zijn, is er veel geld uitgetrokken voor van-werk-naar-werk trajecten. Maar dat geld moet wel bij de mensen terecht komen die het nodig hebben en niet bij de bemiddelaars.

Bedrijven moeten worden verplicht om mensen maximaal te ondersteunen en aan een baan te helpen. Een inspanningsverplichting is te mager, een sanctie of langer in dienst houden nu de NOW tot volgend jaar zomer duurt, helpt beter. Als het kabinet geen voorwaarden stelt aan het van-werk-naar werk helpen van mensen, blijft de kans groot dat er ongekende aantallen ontslagen zullen vallen. En dat, zonder dat mensen kunnen rekenen op goede inkomensondersteuning of perspectief op nieuw werk. Dat maakt de economische crisis alleen maar dieper.’

Herstel met onzekere banen voorkomen

De FNV wil dat het kabinet de steun gericht inzet. Daar moeten met sociale partners uit verschillende sectoren afspraken over gemaakt worden. Het is hierbij van groot belang dat mensen tijdens omscholing kunnen rekenen op inkomensondersteuning en daarnaast een concreet perspectief hebben op een baan met een cao en genoeg zekerheid. Boufangacha: ‘Als er geen goede afspraken zijn over van-werk-naar werk, ben ik bang dat het geld voor een groot deel verdwijnt in de zakken van bemiddelaars en uitzendbureaus, die dan nog meer mensen onzekere flexbanen gaan aanbieden.' 

Werkgevers moeten leveren

Boufangacha: ‘Nadat we als samenleving massaal de portemonnee hebben getrokken om bedrijven met miljarden overeind te houden via de TOGS, de NOW, de BIK en het investeringsfonds, kan het niet zo zijn dat werknemers nu aan hun lot overgelaten worden en afhankelijk zijn van de goede wil van hun werkgever of die zich wil inspannen bij het vinden van nieuw werk.'

De brief het kabinet aan de Tweede Kamer staat hier.