Woensdag 6 mei maakte minister-president Rutte bekend dat vanaf 1 juni meer reizigers met het openbaar vervoer (OV) gaan reizen. Hij maakte daarbij alvast enkele maatregelen bekend.
Vakbonden FNV Stadsvervoer, FNV Streekvervoer, FNV Spoor, CNV Vakmensen en VVMC hebben met verbazing en teleurstelling kennisgenomen van de publicaties van OV-NL en NS. Waarin zij reizigers en OV-medewerkers over één kam scheren en zij na en naar aanleiding van de persconferentie van Minister President Rutte uit hebben gebracht.
De telefoons van de vakbonden stonden roodgloeiend. Via verschillende kanalen kwamen signalen van woede, angst en onbegrip. Logisch, want het maakt nogal een verschil of je als reiziger er voor kiest de bus, tram of trein te nemen. Of als medewerker gewoon op je werk moet verschijnen. De vakbonden hebben direct bezwaar gemaakt en positie aan de overlegtafel opgeëist. Het kan niet zo zijn dat er over OV-medewerkers wordt gesproken en niet met.
Ons bezwaar heeft effect gehad en wij werden op donderdag 7 mei uitgenodigd voor inhoudelijk overleg. Vrijdag 8 mei vond een vervolgoverleg plaats. In het overleg van donderdag 7 mei hadden de bonden de andere partijen duidelijk gemaakt zeer verontwaardigd te zijn dat de OV-bedrijven, wat de beschermingsmaatregelen in het OV betreft, de reizigers en OV-medewerkers over één kam scheren. Voor ons is dat onacceptabel. En wel om de volgende redenen:
Onze inzet is dat de werkgever verantwoordelijk blijft voor een veilige werkplek voor de medewerkers. Uitgangspunt daarbij is dat het besmettingsrisico, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, weggenomen wordt. Lukt dat niet, dan gaat men over tot aanpak van de bron. In dit geval een garantie op 1.5 meter afstand tussen OV-medewerker en de reiziger. Als de OV-medewerker in incidentele gevallen toch werkzaamheden binnen de 1.5 meter afstand van de reiziger dient te verrichten, dient er sprake te zijn van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het spreekt voor zich dat de vervoerders verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat dit niet dezelfde zijn als verplegend personeel in de ziekenhuizen snappen we, maar ze moeten van goede kwaliteit zijn en voldoende bescherming bieden. Aanpassingen binnen een voertuig, ter bescherming van de werknemer, moeten worden goedgekeurd door RIVM, RDW en IL&T.
Ook over de handhaving en naleving van de (nieuwe) maatregelen hebben vakbonden het nodige ingebracht. Er moet meer aandacht komen voor duidelijke uniforme handhaafbare regels. Tegelijkertijd is het belangrijk om te kijken welke BOA's mogelijkheden en bevoegdheden krijgen om regels te doen naleven.
De OV-vervoerders zaten al enige tijd samen met overheden, politie en onder andere reizigersvereniging Rover aan tafel om een protocol ‘Openbaar Vervoer, Trein, (water)bus, tram, metro’ overeen te komen. Het protocol moet oplossingen bevatten voor de OV-sector binnen de huidige 1,5 meter samenleving. Echter de uitwerking hiervan kan per bedrijf of sub-sector verschillen. Daarom stellen de bonden voor dat er expliciet in het protocol wordt opgenomen dat de nadere uitwerking per bedrijf en/of per sector met de bonden en medezeggenschap wordt afgesproken.
Afgesproken is dat het ministerie onze punten, welke we hebben ingebracht, zal laten toetsen. Men gaat bekijken wat in het protocol kan worden opgenomen en wat niet. Daarover zullen we de komende dagen nog diverse keren met het ministerie contact hebben.
De uitkomst van het overleg is nog niet te voorspellen. Staatsecretaris Van Veldhoven (Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat) richt zich op woensdag 13 mei als datum waarop het OV-protocol gereed moet zijn. Of dat protocol dan voldoende recht doet aan de belangen van de OV-medewerkers is dus nog even afwachten. Aan ons zal het niet liggen. En jullie weten, voorop blijft staan: ‘We werken veilig, of we werken niet’.