Van de 1386 collectieve arbeidersprotesten die vorig jaar op de Staking Map van de China Labour Bulletin (CBL) werden genoteerd, gingen 1159 (ongeveer 84 procent) om het opeisen van achterstallige lonen. In de bouwsector, goed voor 43 procent van alle protesten, waren de problemen het ernstigst. Dit en meer blijkt uit het jongste rapport van CBL, ‘The state of labour relations in China, 2019’.
Foto: stakingsoverzicht 2019 van China Labour Bulletin
Ondanks herhaalde beloften van de overheid om het probleem van achterstallige lonen voor werknemers in de bouw op te lossen, hield in deze sector maar liefst 99 procent van alle incidenten die vorig jaar werden geregistreerd verband met het niet-betalen van lonen. Er zijn nog steeds diepgewortelde en systemische problemen in de bouwsector die nog duidelijker zijn geworden naarmate de economie vertraagt en leningen moeilijker te krijgen zijn. Het rapport van CLB over de bouwsector in 2019 betoogt dat de enige uitweg uit dit moeras is om een nieuw systeem van sectorale vakbonden te creëren die voor fatsoenlijke lonen en arbeidsvoorwaarden voor werknemers in de bouw kunnen zorgen via collectieve onderhandelingen met de bedrijven.
Eind 2019 was er grote publieke verontwaardiging in China over berichten dat Li Hongyuan, een voormalige werknemer van de Chinese tech-gigant Huawei, 8 maanden door de autoriteiten in Shenzhen was vastgehouden. Blijkbaar op aandringen van Huawei, nadat hij zijn voormalige werkgever om een ontslagvergoeding en een jaarlijkse bonus had gevraagd. Voor veel professionals uit de middenklasse in China bevestigde de zaak een groeiend gevoel van onbehagen. Wat er met Li Hongyuan is gebeurd, leek hen net zo gemakkelijk te kunnen overkomen.
Tienduizenden goedbetaalde professionals in de tech-industrie verloren vorig jaar hun baan als gevolg van het instorten van honderden startups. De sector heeft het moeilijk door de intense concurrentie om de markt in combinatie met een vertragende economie in China. Veel werknemers, zoals die van het Amerikaanse technologiebedrijf Oracle in Beijing, moesten langdurig collectief actie voeren voor een fatsoenlijke ontslagvergoeding.
Werknemers in deze sector die hun baan behielden, kwamen in 2019 in opstand tegen te lange werkuren (9.00 uur tot 21.00 uur, 6 dagen per week). Ze wezen openlijk de zogenoemde ‘wolvencultuur’ af, die voor het eerst is ontwikkeld door Huawei. Deze cultuur benadrukt loyaliteit en toewijding aan het bedrijf boven alles. Een enquête onder werknemers die tegen het einde van het jaar werd gepubliceerd, bevestigde dat jongere werknemers weinig loyaliteit ten opzichte van hun werkgever voelden (de meesten vertrokken binnen 3 jaar). De overgrote meerderheid van de respondenten vond dat respect en eerlijke behandeling de belangrijkste componenten van elke bedrijfscultuur zouden moeten zijn. Slechts een kleine minderheid zei dat ze nog steeds bereid waren om de ‘wolvencultuur’ op de werkplek te accepteren.
De onvrede onder jongere werknemers werd in april vorig jaar verder vergroot met de onthulling dat het belangrijkste door de staat gesteunde pensioenfonds van China in 2035 volledig zou kunnen zijn uitgeput. Dit is net het moment waarop degenen, geboren in de jaren tachtig met pensioen hopen te gaan. Veel jongere werknemers zijn niet langer bereid om lange uren te werken. Ook accepteren ze niet het soort ontberingen dat hun ouders hebben ondergaan om dromen van een beter leven na te jagen. In plaats daarvan richten ze zich op fatsoenlijk loon voor fatsoenlijk werk en een gezonde balans tussen werk en privé.