‘Met mijn handen kon ik alles’

Gipsbouwer krijgt schadevergoeding

Na 43 jaar hard werken is het lichaam van Jan Kemps helemaal op. Hij werkte dertig jaar voor dezelfde baas. Maar toen hij lichamelijke problemen kreeg, liet zijn werkgever hem meteen vallen. Onlangs kreeg hij dankzij Bureau Beroepsziekten FNV een schadevergoeding.

Teleurgesteld

Jan Kemps (62) is teleurgesteld. Hij staat langzaam op om koffie te halen, want hij heeft altijd pijn. Hij is al vaak geopereerd aan zijn schouders, polsen en handen. Zijn vrouw Marian zegt: ‘Hij is gebruikt. Hij stond altijd voor zijn baas klaar, maar die liet hem stikken toen Jan klachten kreeg.’ Jan: ‘Het doet pijn als je na al die jaren zomaar wordt weggestuurd.’

Jan begon als vijftienjarige met werken. Hij werd al snel een goede pijpfitter. Het waterleidingbedrijf van de gemeente Zwijndrecht wilde hem graag aannemen. ‘Dat was een van mijn vele gemiste kansen’, zegt hij. Hij vertelde eerder dat hij een goede wedstrijdbokser was. Hij won veel wedstrijden in zijn gewichtsklasse tot 72 kilo. Hij had prof kunnen worden of trainer. Wat hield hem tegen? ‘Mijn ouders lieten me vroeger niet naar school gaan. Als je jong bent, begrijp je niet wat dat later betekent. Ik kon bijna niet lezen en schrijven. Daarom durfde ik geen stappen te zetten. Ik bleef bij dezelfde baas werken. Met mijn handen kon ik alles, maar ik was bang dat mensen zouden zien dat ik niet goed kon lezen en schrijven. Ik heb er nooit over durven praten. Marian is 43 jaar lang mijn steun geweest.’

Werken voor twee

In 1985 ging Jan bij aannemingsbedrijf Giwe werken als gipsbouwer. Hij maakte wanden van gipsblokken. In het begin wogen die blokken wel dertig kilo. Elke dag gingen er zo’n 135 blokken door zijn handen. Hij werkte veel boven zijn hoofd, soms op een wiebelig trapje. Soms werkte hij op zijn knieën. Later werden de blokken lichter (achttien kilo en daarna veertien kilo), maar het werk bleef zwaar.

Marian: ‘Hij leidde ook vaak leerlingen op. Dat kostte tijd. Daarnaast moest hij ook zijn eigen werk doen. Hij werkte dus voor twee.’ Jan: ‘Ik voelde me altijd verantwoordelijk. Ik was een goede leermeester.’

Geen lichtere functie

Eind jaren 80 kreeg Jan voor het eerst schouderklachten. Daarna volgden operaties. Later kreeg hij ook problemen met zijn rug, knieën, polsen, handen en enkels. Artsen zeiden dat dit kwam door het zware werk. Jan: ‘Maar ik had geen keuze. Ik moest toch werken?’

Zijn baas bood hem lichtere taken aan, maar alleen op papier. ‘Ik mocht zogenaamd als voorman rondrijden om bouwplaatsen te controleren. Dat klinkt goed, maar ik moest dat naast mijn werk als gipsbouwer doen. Ook mocht ik AVR-coördinator worden, om te controleren of iedereen zijn veiligheidspapieren op orde had. Maar dat was óók naast mijn gewone werk.’

Omdat het werk steeds zwaarder voor hem werd, besloot Jan vier dagen per week te gaan werken. ‘Ik ging de laatste jaren met lood in mijn schoenen naar mijn werk. Ik was lichamelijk en geestelijk kapot.’
Marian: ‘Hij had drie dagen nodig om bij te komen. Hij was een wrak.’

Bedrijf failliet

In 2013 viel Jan helemaal uit. Na twee jaar Ziektewet werd hij volledig afgekeurd. In 2015 nam hij contact op met de vakbond voor achterstallig loon. Zo kwam hij ook bij Bureau Beroepsziekten FNV terecht. ‘Achter dat loon en een transitievergoeding kan ik fluiten’, zegt hij. ‘Het bedrijf ging failliet. Maar dankzij BBZ heb ik nu wel een schadevergoeding. Ik ben dankbaar dat ze mij serieus namen en naar mij luisterden.’

Letselschaderegelaar Sabrina Bergraaf-Fernandez vertelt: ‘We konden de schaderegeling starten voordat het faillissement officieel was. Het is duidelijk dat meneer Kemps gezondheidsklachten heeft gekregen door het zware werk. Maar het is niet altijd makkelijk om dat te bewijzen. Klachten die langzaam ontstaan zijn moeilijker te koppelen aan het werk dan bijvoorbeeld een gebroken been op het werk. Toch is er een redelijke regeling gekomen.’ Doordat het bedrijf failliet is, is de inkomensschade van Jan niet tot zijn pensioen vergoed, maar tot het moment van faillissement.

Laaggeletterden motiveren

Jan en Marian zijn blij dat het nu is afgerond. Marian: ‘Het voelt als erkenning.’ Jan: ‘Ik ben er klaar mee. Ik wil het achter me laten.’

Lichamelijk en geestelijk gaat het beter met Jan. Een maatschappelijk werker hielp hem om zijn ‘geheim’ aan te pakken. Drie jaar geleden ging hij alsnog naar school om beter te leren lezen en schrijven. Nu is hij Taalambassadeur. Hij geeft voorlichting, zit in een lezerspanel dat ziekenhuisfolders beoordeelt en helpt mensen die moeite hebben met taal. ‘Het is zo belangrijk dat je kunt lezen en schrijven’, zegt hij. ‘Een op de negen mensen is laaggeletterd. Als mijn ouders mij vroeger naar school hadden gestuurd, had ik zoveel meer kunnen doen. Ik ben blij dat ik nu anderen kan helpen met mijn verhaal.’

Cookies op websites van de FNV

De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites goed te laten functioneren. Deze cookies gebruiken net als de statistische cookies geen persoonsgegevens. Met jouw toestemming gebruiken we ook marketing cookies. Hieronder kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies.

Functionele cookies: zijn noodzakelijk voor de basisfunctionaliteit van de website. Deze kunnen niet worden uitgeschakeld.

Statistische cookies

:

helpen ons te begrijpen hoe bezoekers onze website gebruiken (paginaweergaven, klikgedrag). Deze gegevens worden anoniem gemeten en gedeeld met drie externe partners.

Marketing cookies

:

worden gebruikt om onze diensten via online advertenties onder de aandacht te brengen. Bij acceptatie van marketing cookies delen wij je persoonsgegevens met vier externe partners voor retargeting en advertentiepersonalisatie.

Kijk voor meer informatie op onze cookiepagina.