Wat willen politieke partijen met het demonstratierecht?

De afgelopen tijd is veel gedemonstreerd op de universiteiten. Dit verliep meestal vreedzaam, maar soms ontstonden er spanningen of ongeregeldheden, en soms was er zelfs sprake van confrontaties met de politie. Dit heeft ook de politiek niet onbewogen gelaten. Bijna alle politieke partijen hebben daarom punten opgenomen in hun verkiezingsprogramma over demonstreren. Hieronder beoordelen we of de programma's voldoen aan de wet.

Voor deze analyse hebben we de partijprogramma’s naast de uitleg van demonstratierecht.nl gelegd, waarin de wet helder wordt uitgelegd. Onderaan deze pagina vind je letterlijk wat de partijen over demonstraties schrijven. 

Het demonstratierecht brengt een verantwoordelijkheid voor de overheid met zich mee om demonstraties te faciliteren en te garanderen. Een zekere mate van hinder of overlast is inherent aan demonstraties. De uitoefening van dit recht mag aan geen beperkingen worden onderworpen tenzij dit bij de wet (wet in formele zin) is bepaald, een legitiem doel dient, noodzakelijk en proportioneel is. Juist in tijden van maatschappelijke onrust, is het van belang om de ruimte voor demonstraties te blijven waarborgen. (Bron: College voor rechten van de mens)

Conclusie Het op voorhand verbieden van een demonstratie vanwege mogelijke ordeverstoring (CDA, JA21) of het straffen van demonstranten vanwege ordeverstoring (FvD, PVV, VVD, SGP, JA21) is een inperking van het demonstratierecht.

Demonstranten hebben het recht om hun mening te uiten, maar moeten zich daarbij houden aan de geldende wetgeving. Handelingen zoals vernieling (artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht) of belediging (artikel 266) zijn strafbaar, ook wanneer ze plaatsvinden tijdens een demonstratie. Daarnaast zijn bepaalde uitingen zoals opruiing, haatzaaien en bedreiging strafbaar gesteld in de artikelen 131, 137d en 285. Wie zich hieraan schuldig maakt, kan worden aangehouden en bestraft.

Toch zijn er situaties waarin gedrag dat normaal gesproken strafbaar is, niet wordt vervolgd als het gebeurt in het kader van een demonstratie. Een voorbeeld daarvan is het tijdelijk blokkeren van verkeer. Zolang er geen sprake is van geweld, vernieling of haatzaaiende uitingen tegen beschermde groepen, wordt dit in de praktijk vaak gedoogd.

Conclusie Sommige partijen (BBB, PVV, JA21, SGP, FvD) geven in hun verkiezingsprogramma aan dat strafbare feiten zoals vernielingen en haatzaaiing bestraft moeten worden. In werkelijkheid gebeurt dit al: dergelijke overtredingen vallen onder de bestaande wetgeving en worden vervolgd. Er is dus geen aanpassing van wetten of beleid nodig.

Uitgangspunt is dat demonstranten ervoor kunnen kiezen om anoniem of onherkenbaar te demonstreren. Demonstranten mogen dus onherkenbaar of anoniem demonstreren, bijvoorbeeld bij een demonstratie tegen een buitenlands regime, om te voorkomen dat ze door dat regime worden herkend en vervolgd.

De burgemeester mag hier alleen regels over stellen (bijvoorbeeld dat bivakmutsen niet zijn toegestaan) als dat noodzakelijk is om bijvoorbeeld wanordelijkheden te voorkomen. Denk aan demonstranten die een bivakmuts willen dragen om te voorkomen dat de politie hen herkent als zij strafbare dingen doen tijdens de demonstratie.

Conclusie Ja dat mag. Het verbieden is strijdig met de Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De partijen BBB, PVV, JA21, SGP, FvD, VVD, NSC, CDA en CU willen dit.

Een demonstratie mag niet worden verboden of beëindigd vanwege de boodschap ervan. De demonstratiewet bepaalt dat de burgemeester zich niet mag bemoeien met de inhoud van de demonstratie (artikel 5 lid 3 van de Wet openbare manifestaties). Ook niet als de boodschap heftige of gewelddadige reacties oproept, en zelfs niet als demonstranten iets strafbaars (willen) zeggen.

Conclusie Een demonstratie mag niet op voorhand verboden worden vanwege politieke redenen. CDA, JA21 stellen dit voor.

Nee, op dit moment mag de politie gezichtsherkenning niet zomaar inzetten bij demonstraties. De inzet van gezichtsherkenningstechnologie valt onder strikte regels van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en moet voldoen aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel. Het mag alleen als er geen minder ingrijpende middelen beschikbaar zijn. Het gebruik moet noodzakelijk en proportioneel zijn. Er moet een wettelijke grondslag zijn. Die ontbreekt nu voor demonstraties.

Conclusie Gebruik met gezichtsherkenningstechnologie is niet toegestaan bij wet.

Helaas noemen meerdere partijen in hun partijprogramma specifieke groepen die harder aangepakt moeten worden. Dit maakt direct inbreuk op het gelijkheidsbeginsel en doet inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. De FvD noemt expliciet het aanpakken van linksactivisten. JA21 wil de universiteiten vrijwaren van activisme en politiek neutraal maken, en daarmee academische kritiek ondergraven. BBB en SGP willen demonstraties op de universiteiten, die zij "haatdragend" noemen, laten verbieden. De BBB wil dat zelfs door de onderwijsinspectie laten controleren. De VVD wil dat snelwegbezetters worden vervolgd en dat zij nooit ongestraft het politiebureau mogen verlaten. Ook willen ze elke steunbetuiging aan een verboden organisatie strafbaar stellen. Ook de PVV stelt tot slot dat klimaatdemonstranten die een snelweg blokkeren moeten worden vervolgd, en dat er geen niet-westerse talen meer gesproken mogen worden bij demonstraties. Ook wil de PVV werknemers van universiteiten ontslaan als zij een gewelddadige demonstratie "gedogen". Buitenlandse studenten en werknemers die dit doen worden vervolgd en het land uitgezet.

Conclusie SHelaas stellen FvD, PVV, SGP, BBB en JA21 voor om actievoerders harder aan te pakken en stelt de PVV, JA21, VVD en FvD zelfs voor om specifieke groepen te vervolgen.

Wat staat er in de verkiezingsprogramma’s over demonstraties?

De druk op de rechtsstaat is de afgelopen jaren verder toegenomen. Kritische geluiden worden beperkt of actief tegengewerkt. Of het nu gaat om klimaatactivisten, demonstranten tegen de genocide in Gaza of om maatschappelijke organisaties die via de rechter gelijk krijgen: zij zien hun grondrechten stap voor stap ingeperkt worden door politieke en bestuurlijke tegenwerking. De bescherming van de rechten van deze kritische stemmen moet gewaarborgd worden om een gezonde rechtsstaat te onderhouden. Vrijheid van meningsuiting, het recht op vreedzaam protest en onafhankelijke rechtspraak maken samen de democratie mogelijk.

De Partij voor de Dieren verdedigt de democratische rechtsstaat als levend systeem dat burgers beschermt en macht begrenst. Het demonstratierecht, de toegang tot de rechter en een onafhankelijk maatschappelijk middenveld zijn geen obstakels, maar voorwaarden voor een open samenleving. Maatschappelijke organisaties spelen een cruciale rol bij het signaleren van misstanden en het bewaken van rechten. De toenemende trend om hen juridisch en politiek te beperken is een bedreiging voor het democratisch proces. Dat organisaties steeds vaker naar de rechter stappen om de overheid aan haar eigen wetten te houden is geen probleem, maar een alarmbel.

Bescherm het demonstratierecht

Ook het demonstratierecht staat steeds meer onder druk. Overal laten mensen zich horen tegen onrecht: tegen de schending van fundamentele rechten, tegen structurele ongelijkheid en tegen het geweld dat mensen, dieren en ecosystemen wordt aangedaan. In plaats van dit fundamentele recht te beschermen, probeert de overheid het in te perken onder het mom van openbare orde of nationale veiligheid. Vreedzame demonstranten worden gevolgd, bespied in chatgroepen en geconfronteerd met onnodige beperkingen.

Daarmee staat niet alleen het recht op demonstratie op het spel, maar ook de vrijheid van meningsuiting, de zuurstof van onze democratie. Demonstraties zijn geen verstoring van de orde, maar een krachtig democratisch middel en een teken van hoop. Het demonstratierecht is een groot goed dat we moeten koesteren.

De toename van politiegeweld bij protesten is geen toeval. Het is het directe gevolg van een ophitspolitiek waarin demonstranten worden weggezet als extremisten, en de politie wordt aangemoedigd harder op te treden. Tegelijkertijd weigert de politiek om de echte oorzaken van maatschappelijke woede onder ogen te zien, zoals de klimaatcrisis en de genocide in Gaza. Dit leidt tot groeiend maatschappelijk verzet en massale demonstraties. Het demonstratierecht inperken is geen oplossing: het is een bedreiging van onze democratie. Protesteren moet altijd vreedzaam. De Partij voor de Dieren wijst extremisme- en terrorismeverheerlijking en alle geweld resoluut af. Het is aan de rechter om geweld te veroordelen en te bestraffen, nooit aan de politiek.

Vrijheid van meningsuiting is geen gunst, maar een grondrecht. Het demonstratierecht is geen obstakel, maar een voorwaarde voor een vrije samenleving. De Partij voor de Dieren beschermt, versterkt en koestert dit recht, juist nu het onder druk staat.

Het Wetsvoorstel ‘Strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties’ wordt ingetrokken, omdat de vage definities de vrijheid van meningsuiting ernstig beperken en ruimte scheppen voor politieke vervolging van vreedzame demonstranten en activisten.

Aanhouding van vreedzame demonstranten wordt vermeden. Wanneer een deel van de demonstranten geweld gebruikt, moet de politie ervoor zorgen dat de vreedzame demonstranten door kunnen gaan met hun protest. (lees verder op pagina 74-76)

Conclusie: faciliteert demonstratierecht

10. Het recht op demonstratie wordt met robuuste wetgeving beschermd tegen de autoritaire heksenjacht door rechtse politici. Autoriteiten mogen in lijn met onze mensenrechten geen beperkingen meer stellen aan demonstraties op grond van onder meer verkeersbelang. Ook mogen autoriteiten geen protesten meer verbieden, beperken of beëindigen vanwege het ontbreken van (tijdige) kennisgeving of aanmelding van het protest. Autoriteiten mogen demonstranten niet bestraffen vanwege het deelnemen aan een niet-aangemeld protest.

11. ID-controles tijdens vreedzame demonstraties mogen niet meer worden uitgevoerd zonder wettige bevoegdheid om een identiteitsbewijs te vorderen. De politie wordt verplicht om de ID-controles die ze wel uitvoeren, te registreren. In de registraties worden onder andere de omstandigheden en verdenkingen vastgelegd. De registraties worden gebruikt voor onderzoek naar discriminatie en de politie dient hierover publiek verantwoording af te leggen.

12. Het beleid over demonstraties verandert van repressie naar facilitatie; alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan de burgemeester ingrijpen, met uitgebreide verantwoording en toetsing aan het demonstratierecht nadien.

13. De Mobiele Eenheid wordt niet langer ingezet bij demonstraties en de inzet van politie in burger bij demonstraties stopt. Handhaving gebeurt alleen om demonstraties te beschermen tegen geweld van anderen.

14. De grootschalige controle en surveillance bij demonstraties – zoals de standaard inzet van camera’s – in de publieke ruimte stopt onmiddellijk en er komt nieuw beleid waarin de privacy van de burger centraal staat. Ook automatische gezichtsherkenning wordt verboden. Bestaande video-archieven worden volledig onderzocht door privacywaakhonden en getoetst bij de rechter. Al het beeldmateriaal dat geen directe toepassing heeft voor strafrechtelijk onderzoek wordt verwijderd.

15. Alle (politie)camera’s in de publieke ruimte komen in een openbaar register en worden getoetst op aangescherpte privacywetgeving. Cameratoezicht wordt niet meer de norm, maar een uitzondering. Het verzamelen van data via privé smart-deurbellen wordt helemaal gestopt. (Lees verder op pagina 85)

Conclusie: faciliteert demonstratierecht

12.4 Demonstreren en betogen

Demonstreren is een fundamenteel recht in onze democratie, maar dat recht mag nooit ontaarden in chaos of onveiligheid. Protesten moeten ordelijk verlopen, binnen duidelijke grenzen en met respect voor de rechtsstaat én voor anderen. Het demonstratierecht brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Wie dat recht misbruikt door vitale infrastructuur te blokkeren of te vernielen, ondermijnt de samenleving en overschrijdt een grens. Zulke acties moeten snel en doeltreffend worden bestraft.

BBB wil:

Demonstratierecht. Demonstreren is ieders goed recht, maar je moet je houden aan de regels waarbij de openbare orde en veiligheid nooit in het geding mogen komen. Dit dient daadwerkelijk te worden gehandhaafd, ook met betrekking tot vervolgen en straffen.

Verbod gezichtsbedekking bij demonstraties. We accepteren in het kader van handhaving geen bedekking van het gezicht bij demonstraties.

Schade demonstranten verhalen. Het kan niet zo zijn dat demonstranten de boel kort en klein slaan en hier zomaar mee wegkomen. Wat je kapot maakt, moet je betalen.

Geen blokkades vitale infrastructuur. We gaan optreden tegen mensen die hun demonstratierecht gebruiken om de samenleving te ontwrichten.

Haatdragende demonstraties en vernielingen. Bij antisemitische of andere haatdragende demonstraties en vernielingen dienen onderwijsinstellingen onmiddellijk daadkrachtig op te treden. We willen dat de Onderwijsinspectie dit meeneemt in haar beoordeling van onderwijsinstellingen. (pagina 95 en 106)

Conclusie: Orde als voorwaarde voor demonstratie en verbod gezicht bedekkende kleding is beide een inperking van het demonstratierecht. Het inzetten van de onderwijsinspectie is een oneigenlijk gebruik van staatsbevoegdheden om vrijheid van meningsuiting in te perken.

Demonstreren is een grondrecht, maar niet onbegrensd. Waar een beperking of een demonstratieverbod geldt, moet dit strikt worden gehandhaafd om de rechtmatige uitoefening van dit recht vast te houden. De beschikbaarheid van politieagenten om de demonstratie in goede banen te kunnen leiden, moet zwaarder kunnen meewegen bij de beoordeling door burgemeesters. We handhaven het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties.

Conclusie: Het zwaarder laten wegen van beschikbaarheid van politie en verbod gezicht bedekkende kleding is beide een inperking van het demonstratierecht. Door het laten doorgaan laten afhangen van inzet politie maakt dat tegenstanders, die dreigen met geweld of wanorde, een demonstratie kunnen voorkomen.

Onder het mom van “vrijheid van meningsuiting” en “vrijheid van demonstreren” worden daarnaast steeds vaker diezelfde rechten van anderen ingeperkt en met voeten getreden. De zogenoemde woke-beweging en organisaties als Extinction Rebellion bezondigen zich daar regelmatig aan, en bezetten en vernielen bijvoorbeeld snelwegen en universiteiten en maken bijeenkomsten van andersdenkenden feitelijk onmogelijk. Niemand staat echter boven de wet, en niemand heeft het recht een ander de mond te snoeren. Als je respect opeist voor eigen standpunten, dan dien je dat ook voor de standpunten van anderen op te brengen. De vrijheid van meningsuiting geldt namelijk voor iedereen, dus ook voor medeburgers met wie je het oneens bent.

- Wettelijk verbod op gezichtsbedekking tijdens een demonstratie, zodat bij vernielingen de kosten op de daders verhaald kunnen worden.

Actiever gebruikmaken van artikel 2 van de Wet Openbare Manifestaties, wat inhoudt dat een demonstratie geen doorgang kan vinden ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Rechten en vrijheden van anderen dienen als extra grond om demonstraties te kunnen verbieden in art. 2 van de Wet Openbare Manifestaties te worden opgenomen.

Het universitaire en HBO onderwijs moet een plek zijn waar kennis wordt opgedaan, waar geleerd wordt na te denken en waar de student zich breed kan ontwikkelen. Daar past geen beïnvloeding bij door activisme of intimidatie onder invloed van ideologische stromingen. Ons onderwijs hoort vrij van activisme te zijn. De docent moet zijn persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan zijn studenten opdringen. JA21 is van oordeel dat de universiteiten en Hbo-instellingen moeten zorgen voor een veilige omgeving bijvoorbeeld door kaders te stellen wat betreft het ‘activisme-vrij’ zijn van de collegebanken en gebouwen, door uit te spreken dat ideologische beïnvloeding niet wordt getolereerd en bij schending tot ontslag kan leiden, door tijdig in te grijpen wanneer actiegroepen het onderwijsproces verstoren door de onderwijsgebouwen binnen te dringen en vernielingen aan te richten én schade op de daders te verhalen.

De besturen van de Nederlandse universiteiten en hogescholen dienen pal te staan voor al hun Joodse studenten die zonder intimidatie het lesprogramma moeten kunnen volgen. Voor oplevend antisemitisme kan geen plaats zijn en dat betekent ook dat Nederlandse universiteiten en hogescholen niet moeten zwichten wanneer druk wordt uitgeoefend om banden met Israëlische onderwijsinstellingen op te schorten of te beëindigen. (pagina 20, 21, 50)

Conclusie: Orde als voorwaarde voor demonstratie en verbod gezicht bedekkende kleding is beide een inperking van het demonstratierecht. Het bemoeien met het discours binnen het hoger onderwijs is politieke inmenging binnen de academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting.

Je overal veilig voelen is daarbij essentieel: op straat, in het uitgaansleven, op het werk en tijdens demonstraties.

Verzeker het demonstratierecht. Het recht om te demonsteren behoort tot de kern van de democratie, ook wanneer dat botst met andere belangen. De burgemeester en de rechter beslissen of ingegrepen moet worden, niet de politiek. (p. 116)

Conclusie: faciliteert demonstratierecht.

Grondrechten beschermen mensen om vrij en gelijkwaardig te kunnen leven. D66 verdedigt het recht om je uit te spreken, ook als je alleen staat. Het recht om te demonstreren, juist als dat schuurt. En het recht op gelijke behandeling – voor iedereen. We zorgen dat deze rechten beschermd én bereikbaar blijven. (P. 9)

Conclusie: faciliteert demonstratierecht.

Rellen keihard aanpakken. We arresteren alle relschoppers bij ongeregeldheden zoals in Scheveningen, zodat de openbare orde direct wordt hersteld. Hetzelfde geldt voor (links)activistische ordeverstoorders zoals tijdens de blokkade van de A12.

Geen uitkering voor activisten die ontwrichten. We passen de wet zodanig aan dat we uitkeringen kunnen stoppen voor activisten die de samenleving bewust hinderen, zoals door het blokkeren van snelwegen, vernielingen, etc., zodat wie overlast veroorzaakt niet wordt beloond met belastinggeld.

Conclusie: Orde als voorwaarde voor demonstratie en verbod gezicht bedekkende kleding is beide een inperking van het demonstratierecht. Het straffen door intrekken van uitkering is buitenproportioneel. Harder aanpakken van links activisme is in strijd met de grondwet, namelijk het gelijkheidsbeginsel en vrijheid van meningsuiting. FvD lijkt hiermee demonstranten en critici met een andere mening de mond te willen snoeren.

Zegt niets.

Conclusie: geen standpunt genoemd.

Demonstreren is een grondrecht, maar we zien steeds vaker dat demonstranten strafbare feiten plegen en schade veroorzaken. Om het gezag te herstellen, moet het Openbaar Ministerie prioriteit geven aan het vervolgen van deze feiten. De schade moet op daders kunnen worden verhaald. Er komt een verbod op gezicht bedekkende kleding, met uitzonderingen om veiligheidsredenen, zoals voor Iraanse dissidenten die demonstreren bij de Iraanse ambassade.

Conclusie: Een verbod op gezicht bedekkende kleding is een inperking van het demonstratierecht.

Ordeverstorende demonstraties, zoals het blokkeren van infrastructuur, worden verboden. Klimaatactivisten die de snelweg blokkeren, worden direct opgepakt, vastgezet en gestraft. Ze draaien volledig op voor de veroorzaakte schade en de kosten van politie-inzet. Als ze een uitkering hebben, wordt die onmiddellijk stopgezet. Burgemeesters die weigeren om de orde te handhaven, worden door de minister van Binnenlandse Zaken oneervol ontslagen.

Onderwijs moet veilig zijn voor alle studenten en docenten. Bij gewelddadige demonstraties draaien de daders op voor alle schade. Buitenlandse studenten, docenten, bestuurders en directieleden die meedoen of dit gedogen, gaan zonder pardon terug naar hun thuisland. Nederlandse docenten, bestuurders en directieleden die zich hier schuldig aan maken, worden per direct ontslagen.

- Extinction Rebellion, Antifa en pro-Hamasgroepen als terreurorganisaties aanmerken en verbieden.
- Verbod op gezichtsbedekkende kleding en gebruik van het Arabisch en andere niet-westerse talen bij demonstraties.
- Snoeiharde aanpak van antisemitisme.

Conclusie: Orde als voorwaarde voor demonstratie en verbod gezicht bedekkende kleding is beide een inperking van het demonstratierecht. Antifa is geen organisatie en kan dus niet verboden worden. Je mag niet het collectief straffen als er sprake is van geweldsincidenten. Daarbij is het ontslaan dan wel uitzetten van mensen buiten alle proportie en betekent dit een inperking van de vrijheid van meningsuiting en aantasting van het gelijkheidsbeginsel. PVV lijkt hiermee demonstranten en critici met een andere mening de mond te willen snoeren.

De vrijheid om te demonstreren is een waardevol grondrecht dat past bij een samenleving waarin burgers hun stem mogen verheffen. Tegelijkertijd vraagt dit recht om verantwoord gebruik. De Bijbel roept op tot orde en vrede. Demonstraties mogen daarom nooit ontaarden in wetteloosheid of ontwrichting van de samenleving. De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs en moet optreden als protest uitmondt in dreiging of dwang. Vrijheid kan niet zonder begrenzing.

De overheid moet streng optreden tegen blokkades van wegen, spoor en vitale infrastructuur. Onrechtmatige bezettingen worden direct beëindigd. Personen die zich hieraan schuldig maken, mogen niet wegkomen met enkel een waarschuwing. Demonstraties bedoeld om te intimideren tasten de vrijheid van anderen aan en vallen niet binnen het demonstratierecht.

Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Personen die zich hier niet aan houden worden bestraft.

Het gebruik van vlaggen van terroristische organisaties wordt strafbaar. Demonstraties die deze vlaggen gebruiken worden verboden en ontbonden. Daders dienen stevig gestraft te worden.

Als antisemitische relschoppers op universiteiten of bij demonstraties een dubbele nationaliteit hebben, moeten zij worden ontdaan van hun Nederlanderschap, uitgeschreven bij de onderwijsinstelling en uitgezet.

Conclusie: De SGP is voor sanctioneren in plaats van faciliteren. Orde als voorwaarde voor demonstratie en verbod gezicht bedekkende kleding is beide een inperking van het demonstratierecht. Het denaturaliseren van een vreedzame demonstrant of een wet overtredende, omdat het onderwerp niet in lijn ligt met politieke overtuiging van SGP is in strijd met artikel 1 van de grondwet en het demonstratierecht. Tot slot moet worden opgemerkt dat een vreedzame bezetting van een openbare en publieke plaats zoals een universiteitsgebouw wel degelijk binnen het demonstratierecht kan vallen.

We beschermen het demonstratierecht. Het demonstratierecht is een deel van het fundament van onze democratie. Veel van onze rechten en verworvenheden en zelfs de democratie zelf, zijn er alleen gekomen dankzij mensen die in actie kwamen en demonstreerden. Overheden en politie moeten zich daarom richten op het faciliteren en beschermen van vreedzame demonstraties, met zo min mogelijk beperkingen aan de voorkant. Geweld bij demonstraties keuren we af, zowel onder demonstranten als door de politie. Voor alle partijen die graag willen dat er minder demonstraties zijn hebben wij slechts één boodschap: luister écht en los de problemen van mensen op, dan zal het vanzelf minder worden.

Conclusie: faciliteert demonstratierecht.

Snelwegbezetters: Het blokkeren van wegen door demonstraties voor welke doeleinden dan ook, gaan we strafbaar stellen. Bezetters van snelwegen worden direct weggehaald en worden niet alleen aangehouden, maar worden wat de VVD betreft ook vervolgd. Bezetters mogen dan ook na hun aanhouding nooit ongestraft het politiebureau verlaten.

We pakken ordeverstorende acties aan: We maken een scherper onderscheid tussen (vreedzame) demonstraties en ordeverstorende acties. Om het demonstratierecht te beschermen moeten we relschoppers identificeren die het demonstratierecht misbruiken om strafbare feiten te plegen en hen niet straffeloos laten wegkomen. Daartoe moderniseren we de wet op de openbare manifestaties en zetten we camera’s met gezichtsherkenning in. Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding en we stellen het blokkeren van vitale infrastructuur strafbaar.

Conclusie: Orde als voorwaarde voor demonstratie en verbod gezicht bedekkende kleding is beide een inperking van het demonstratierecht. Gebruik van gezichtsherkenningstechnologie is niet toegestaan bij wet. Tot slot zijn er al mogelijkheden om terroristische organisaties te verbieden. Als de mogelijkheden worden uitgebreid dan is er kans van misbruik.

Moderniseren demonstratierecht. Het grondrecht om te demonstreren is een groot goed. Het merendeel van de demonstraties verloopt vreedzaam, maar acties die de orde buitensporig verstoren of de rechten en vrijheden van andere mensen ernstig beperken, zijn in opkomst. Om dit gerichter aan te kunnen pakken, moeten de voorwaarden om te kunnen demonstreren waar nodig aangescherpt. Onderdeel daarvan is het verbod op gezichtsbedekkende kleding en het zo mogelijk verhalen van schade op de organisatoren.

Conclusie: Verbod gezicht bedekkende kleding is een inperking van het demonstratierecht.

In Nederland heeft iedereen het recht om te demonstreren. Maar dit recht staat onder druk. De overheid moet dit recht altijd beschermen. Demonstraties zijn een waardevolle manier om meningen te uiten en betrokkenheid te tonen. Het zijn vreedzame bijeenkomsten waar mensen hun standpunten duidelijk maken. Zo moeten we demonstraties blijven zien en behandelen.

• De Wet openbare manifestaties moet in lijn worden gebracht met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
• Medewerkers van de gemeente en de politie moeten aanvullende training krijgen over de wettelijke kaders van het demonstratierecht.
• We willen dat deelnemers van niet-aangemelde, vreedzame demonstraties niet worden aangehouden.
• Het gebruik van gezichtsherkenning en het bijhouden van een demonstrantendatabase moet worden verboden.

Conclusie: Volt faciliteert het demonstratierecht en wil het verder waarborgen.

Cookies op websites van de FNV

De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites goed te laten functioneren. Deze cookies gebruiken net als de statistische cookies geen persoonsgegevens. Met jouw toestemming gebruiken we ook marketing cookies. Hieronder kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies.

Functionele cookies: zijn noodzakelijk voor de basisfunctionaliteit van de website. Deze kunnen niet worden uitgeschakeld.

Statistische cookies

:

helpen ons te begrijpen hoe bezoekers onze website gebruiken (paginaweergaven, klikgedrag). Deze gegevens worden anoniem gemeten en gedeeld met drie externe partners.

Marketing cookies

:

worden gebruikt om onze diensten via online advertenties onder de aandacht te brengen. Bij acceptatie van marketing cookies delen wij je persoonsgegevens met vier externe partners voor retargeting en advertentiepersonalisatie.

Kijk voor meer informatie op onze cookiepagina.