FNV-bestuurder Zamaney Menso: “We gaan door in Qatar”

Redactie
Door Redactie 16 juni 2022

Met steun van Mondiaal FNV werkt de internationale sectorbond BWI gestaag aan het verbeteren van de werkomstandigheden van arbeidsmigranten in Qatar. Successen zijn er zeker. In het licht van het naderende WK in november in dit Arabische emiraat organiseerde BWI een voetbalwedstrijd tussen internationale vakbondsmensen en de arbeidsmigranten. FNV-bestuurder Zamaney Menso was erbij.

Zamaney Menso

Al acht jaar investeert BWI in de situatie van de arbeidsmigranten in Qatar. Aanleiding was de aankondiging dat Qatar gastland wordt tijdens het WK in november van dit jaar. Het land zette in op de bouw van stadions en een betere infrastructuur. De 300.000 Qatari maken zelf hun handen hieraan niet vuil, dat doen de 2 miljoen arbeidsmigranten die uit Azië en Afrika zijn neergestreken in het olielandje. BWI zag al snel dat dit ten koste zou gaan van de arbeids- en mensenrechten van deze gemigreerde werknemers. 

Aanvankelijk vielen de arbeidsmigranten onder het Kafala-systeem, waardoor ze een sponsor nodig hadden, hun paspoort moesten inleveren, niet zomaar van werkgever mochten veranderen en al helemaal niet zelf mochten beslissen wanneer ze familie in hun thuisland gingen bezoeken. Na grote druk, onder andere van BWI, is dit systeem afgeschaft. “Maar”, zegt FNV-bestuurder Zamaney Menso van de sector Bouw en Wonen, “dit wordt nog slecht gehandhaafd.” 

Ondergronds netwerk voor vrouwen 

Menso zit ook in het bestuur van Mondiaal FNV en is lid van de World Board van BWI. “Als je in Qatar een wereldkampioenschap organiseert, dan weet je al dat dit gepaard gaat met schendingen van mensenrechten en doden”, zegt ze. “Cijfers heb ik niet, want er zijn weliswaar vele doden gevallen bij de bouw van de stadions, maar dat zijn niet allemaal bedrijfsongevallen. Wat niet wegneemt dat elke dode er één te veel is. Toen BWI daar een campagne opzette, waren de woonomstandigheden heel slecht, de lonen ontzettend laag en het aantal uren dat gewerkt moest worden in de zon heel hoog. Dat doe je in Nederland je hond nog niet aan.”  

Mondiaal FNV heeft vanaf het begin de projecten van BWI in Qatar gesteund, onder meer dankzij haar donateurs. “Mondiaal FNV was een van de eerste en meest trouwe partners van BWI. En dat werpt nu ook vruchten af. We hebben bijvoorbeeld inmiddels een enorm netwerk in Qatar. Ook een ondergronds netwerk speciaal voor vrouwen, die elkaar met hun mobiele telefoon snel kunnen bereiken als ze informatie willen uitwisselen. Dat hebben we goed gedaan.” 

Meer inspraak via werknemerscomités 

Er zijn meer succes te vieren. Zo is het minimumloon verhoogd en het Kafala-systeem afschaft. De woonomstandigheden zijn verbeterd. Arbeidsmigranten mogen weliswaar nog steeds geen vakbonden oprichten, maar ze krijgen wel meer inspraak via werknemerscomités, die fungeren als een soort ondernemingsraad. “Het feit dat we nu openlijk aanwezig kunnen zijn in Qatar is ook winst”, voegt Menso eraan toe. “In het begin moesten we stiekem Qatar binnen en onder de radar blijven. Nu hebben we permanent een BWI-medewerker in het land en zijn we in gesprek met de overheid.” 

‘Trots mogen zijn op beroep’ 

Samen met de FIFA organiseerde BWI op 30 maart een voetbaltoernooi in Qatar. Arbeidsmigranten, die de stadions hebben gebouwd voor het wereldkampioenschap voetbal, speelden tegen jonge vakbondsleden uit de hele wereld. Ook vier jonge FNV-leden voetbalden mee om de aandacht te vestigen op de zware arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten. Menso was erbij. “Het bezoek aan Qatar was goed. We hadden eerst een tweedaagse conferentie met verschillende stakeholders, waaronder bedrijven. Daarna vond de voetbalwedstrijd plaats met gemixte teams van internationale vakbondsleden en arbeidsmigranten. De winnaars kregen een mooie beker en een lading eer.” 

Het mooiste van deze reis vond Menso het contact met de arbeidsmigranten. “Met hen heb ik vele gesprekken gevoerd. Ik vroeg hen steevast: wat is je grootste wens? Een vrouw antwoordde: ‘Dat ik bijna even goed behandeld wordt als een man.’ Een andere vrouw, die als huishoudelijke hulp werkt zei: ‘Dat ik trots mag zijn op mijn beroep en dat mensen mij respecteren.’ Het geeft al aan hoe schrijnend de situatie daar is.” 

Oog op de toekomst

De situatie in Qatar is in de afgelopen jaren internationaal steeds meer onder de aandacht gekomen. Op 18 december vindt de finale van het WK plaats. Hoe gaat BWI dan verder? Menso: “We focussen ons tegenwoordig niet alleen meer op bouwvakkers, maar ook op andere beroepen die door arbeidsmigranten worden ingevuld. Vandaar dat we ook een ondergronds netwerk voor vrouwen konden opzetten. Zij werken in de bouw, maar ook in de horeca en als huishoudelijk medewerker. We vinden het belangrijk te luisteren naar waar zij zelf behoefte aan hebben. De vrouwen hebben bijvoorbeeld aangegeven dat ze meer empowerment nodig hebben. Ik kan me voorstellen dat we hiervoor een training ontwikkelen die twee keer per jaar gegeven wordt.” 

Uit de BWI-conferentie eind maart kwam naar voren dat de migrantarbeiders graag een eigen centrum in de Qatarese hoofdstad Doha willen hebben. “Een centrum waar migrantwerkers bij elkaar kunnen komen, waar ze vragen kunnen stellen over hun rechten en plichten, maar ook opleiding kunnen volgen en sociale netwerken kunnen opbouwen”, vertelt Menso. “Migrantwerkers hopen de komende maanden zoveel mogelijk aandacht te genereren om tot de realisatie van dit centrum te komen. Want zij weten heel goed dat deze media-aandacht zal stoppen zodra het WK is afgelopen op 18 december.” 

Als gebaar aan de arbeidsmigranten 

BWI is inmiddels hierover in gesprek met partijen als de UEFA en de FIFA. “Grote sponsors staan hier welwillend tegenover, maar de Qatarese overheid wil nog niet. We zijn dus druk aan het lobbyen voor toestemming en vragen voetbalbonden om ons bij te staan. We hopen dat de FIFA hierin zijn verantwoordelijkheid neemt. Zo’n centrum kan op vele manieren bijdragen aan het verbeteren van de mensenrechten van deze groep werkers. Het zou een mooi gebaar zijn aan de arbeidsmigranten na al die jaren campagne van BWI en haar partners.”

Dit is ook een jaarverhaal in het jaarverslag 2022. Ga naar het jaarverslag 2022 >

Cookies op websites van de FNV

De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast maken we optioneel gebruik van statistische en marketing cookies. De functionele en statistische cookies maken geen gebruik van persoonsgegevens. De marketing cookies worden gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Onderstaand kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies. Voor meer informatie, of om op ieder moment je instellingen weer te wijzigen, kun je terecht op onze pagina over de cookies.

Functionele cookies: Cookies die nodig zijn om te zorgen dat de websites naar behoren functioneert.

Statistische cookies

:

Geven inzicht in hoe onze bezoekers de websites gebruiken.

Marketing cookies

:

Deze cookies gebruiken we om de websites op jouw voorkeur af te stemmen.