Zorayda Gómez Duarte (44) is geboren en opgegroeid in San Alberto (Cesar), Colombia. Hier woont ze nog steeds, als inmiddels alleenstaande moeder van drie kinderen - twee volwassenen en één achtjarige. Ze werkt nu ruim 12 jaar op oliepalmplantages in dienst van SAS Ceresagro.
Sinds 2018 is Zorayda bestuurder en oprichter van de afdeling San Alberto van de palmolievakbond Sintrainagro, een bond die vandaag meer dan 800 arbeiders in de regio vertegenwoordigt.
Hoe ziet een typische dag van uw werk als ziekteonderzoeker eruit?
“Ik sta om 3.30 uur op en neem dan de bus naar de plantage. We lopen rij na rij langs de palmbomen om de ziektegevallen te identificeren en te registreren. We beginnen om 5.30 uur en eindigen om 13.30 uur, maar mijn dag eindigt pas rond 23.00 uur, vanwege huishoudelijke taken en de zorg voor mijn jongste kind.”
Welke beschermingsmiddelen levert het bedrijf?
“We krijgen een helm, capuchon, shirt met lange mouwen, handschoenen, werkbroek en laarzen. Voor taken als bestuiving of ongediertebestrijding gebruiken we ook sproeipompen. Er is echter geen speciale bescherming tegen de zon - we hebben geen zonnebrandcrème of goede zonnekappen - en er zijn geen draagbare sanitaire voorzieningen of adequate latrines bij de percelen. Vaak moeten we ons in de open lucht ontlasten en lange afstanden lopen om basisvoorzieningen te vinden, wat ons blootstelt aan gezondheidsrisico’s en onwaardige omstandigheden.”
Zorayda’s verhaal legt de dubbele last bloot waarmee vrouwelijke arbeiders te maken hebben en benadrukt de hardnekkige hiaten in de arbeids- en sanitaire bescherming op de Colombiaanse oliepalmplantages. Het ontbreken van draagbare sanitaire voorzieningen en het gebrek aan voldoende schaduw onderstreept de precaire omstandigheden op de plantages, waar basishygiëne en veiligheidsmaatregelen te wensen overlaten.
Hoe vindt u de balans tussen uw werk en uw rol als alleenstaande moeder?
“Dat is een grote uitdaging: Ik slaap amper vier uur en moet mijn kind vaak alleen laten. Bovendien heb ik veel pijn - twee jaar geleden kreeg ik de diagnose degeneratieve artrose - wat zowel mijn dagelijkse werk als het huishouden veel zwaarder maakt.”
Bij uw zoon werd kanker geconstateerd. Hoe ging u daarmee om in die periode?
“Op 8 oktober 2005 werd leukemie bij hem geconstateerd. We brachten bijna zes maanden door in Bogotá voor de transplantatie; mijn oudste zoon was de donor. Mijn salaris dekte nauwelijks de basisbehoeften thuis, dus het volstond zeker niet om naar andere steden te reizen voor specialistische zorg, onderdak, medicijnen en aanvullende behandelingen. We moesten loterijen houden, tamales verkopen (een traditioneel hartig of zoet gerecht) en van familieleden lenen. Vandaag is mijn zoon gezond, maar we gaan nog steeds elke zes maanden voor controle.”
Waarom besloot u zich aan te sluiten bij een vakbond en wat heeft u bereikt?
“Ik begon te werken via een coöperatie waar we een tweewekelijks loon van 50 000 pesos (ruim 10 euro) verdienden, wat ons woedend maakte. Na vijf maanden zonder loon, in de periode dat mijn zoon ziek was, zei ik ‘genoeg’! In 2018 richtten we de afdeling San Alberto van Sintrainagro op. Na meer dan 20 stakingsdagen hebben we vaste contracten voor meer dan 600 mensen gekregen en alle wettelijk verplichte uitkeringen geregeld. Het was het waard: als ik het opnieuw kon doen, zou ik hier weer voor kiezen, net zolang tot we de coöperaties die arbeiders uitbuiten hebben uitgeroeid.”
Bij de werknemers in de Colombiaanse palmoliesector is dringend behoefte aan waardige arbeidsomstandigheden - van goede beschermingsmiddelen tot toegang tot essentiële diensten. De vakbond heeft zich ontpopt tot een krachtige katalysator voor verandering. De staking van 2018, gevoerd door meer dan 600 werknemers, resulteerde in vaste arbeidscontracten en sociale zekerheid, die een nieuwe standaard zetten voor gewoon goed werk.
Interview: Mayra Alejandra Restrepo Sabaleta
Foto: Voces por el Trabajo