Drie jaar bestaat het International Palm Oil Workers United (IPOWU) nu. Opgericht in het Nederlandse Utrecht verenigt dit netwerk vakbonden uit vier continenten, want de palmolieproductie is wereldwijd. Wat vinden de vakbonden uit Colombia, Ghana en Indonesië van het netwerk?
Dit jaar was de invloed van het IPOWU echt tastbaar. Er speelden twee zaken in Colombia, waarbij vakbondsmensen waren ontslagen. In het bedrijf Gradesa had de onrust te maken met te lang lopende cao-onderhandelingen. De vakbond had al bijna een jaar geleden haar eisen ingediend, maar het bedrijf stelde de onderhandelingen steeds uit. De Colombiaanse vakbondscoördinatie palmolie besloot tot een staking van twee dagen, om de druk op te voeren. Het bedrijf stelde dat de staking illegaal was en besloot tien vakbondsmensen te ontslaan. Volgens de vakbonden was de staking echter niet illegaal, want de werknemers hadden aangegeven dat ze het zat waren en dat ze bereid waren het werk neer te leggen. Dankzij een protestbrief van het IPOWU zijn de ontslagen teruggedraaid.
In het bedrijf Palmosan zouden twee werknemers een fout hebben gemaakt. Daarop kregen zij op staande voet ontslag van een van de managers. De vakbond vond het echter maar om een kleine fout gaan, en wees erop dat er geen grondig onderzoek was gedaan. De werknemers hadden bovendien geen kans gekregen om zich te verdedigen. Ook dit is dus weer goed gekomen dankzij het IPOWU.
COLOMBIA – “Meerwaarde van IPOWU is vooral de steun”
Ruben Samaca is vicevoorzitter van de Colombiaanse vakbondsfederatie CUT in de regio Santander. Maar hij staat ook met de voeten in de klei: dagelijks oogst hij palmolievruchten. Deelname aan het IPOWU komt voort uit de Colombiaanse vakbondscoördinatie palmolie, vertelt hij. “Dit is een samenwerkingsverband van vier palmolievakbonden. Van hieruit doen we ook de lobby richting politiek. Er zijn twee à drie mensen die deelnemen aan het internationaal netwerk, waaronder ik. Vanmorgen hadden we nog een online meeting van het IPOWU.”
Samaca kijkt tevreden terug op de interventie van het IPOWU. “Ik denk dat het terugdraaien van al die ontslagen te maken heeft met het feit dat de belangrijkste inkopers van de palmolie van deze bedrijven Nederlands zijn. En als er dan een brief komt die door de Nederlandse Astrid Kaag is ondertekend, dan wordt dit als een waarschuwing ervaren.” De meerwaarde van het IPOWU is voor Samaca duidelijk. “Dat is vooral de steun. Vorig jaar kwam een internationaal gezelschap van het IPOWU naar Colombia. Een van de bezoeken heeft op mijn plantage plaatsgevonden. Ik denk dat het belangrijk is dat werkgevers merken dat we internationaal gesteund worden. Het IPOWU-bezoek maakte denk ik wel indruk.”
Voor de Colombiaanse vakbonden is het internationale netwerk en de begeleiding vanuit de FNV heel belangrijk. “We zijn nu wel ongerust”, zegt Samaca, “omdat de FNV heeft laten weten dat het onzeker is of de steun volgend jaar nog door kan gaan.” Inmiddels Colombiaanse vakbondscoördinatie palmolie een vakbondsschool voor werknemers in de palmoliesector opgezet. “De vraag is of we die zonder financiële steun kunnen voortzetten.” Samaca noemt het internationaal netwerk en de uitwisseling die er plaatsvindt heel inspirerend. “Dat we nu contact hebben met vakbondscollega’s in andere delen van de wereld. Dat hadden we veel eerder moeten doen.”
GHANA – “IPOWU is een eyeopener”
Werkend voor de Ghanese landbouwbond GAWU, voor onafhankelijke palmolieboeren (Independent Smallholders) en bij de Ghana Oil Palm Development Company maakt Collins Osei Konadu tot expert in de palmoliesector. “We houden ons voornamelijk bezig met boeren in de oliepalmsector, waar we technische ondersteuning geven zoals training in RSPO-modules over kinder- en dwangarbeid, omgaan met en gebruik van chemicaliën, klachten- en geschillenbehandeling, seksuele intimidatie, landgebruiksrecht, het bijhouden van landbouwbedrijfsdossiers enzovoort.”
Konadu is nog maar kort betrokken bij het palmolieproject, maar is enthousiast. “Vorig jaar reisde ik voor het eerst in mijn leven naar Colombia om te ervaren wat er in andere delen van de wereld gebeurt in de oliepalmsector. GAWU heeft ons meegedeeld dat we op basis van deze internationale samenwerking ook iets gaan beginnen hier in Ghana met onze collega’s in Nigeria, Liberia en Kameroen.”
Ook Konadu neemt deel aan de IPOWU. Hij ziet dit als een groter netwerk waar problemen die werknemers in de palmolie-industrie hebben op internationaal niveau kunnen worden aangepakt. “De IPOWU richt zich op het welzijn van arbeiders in de palmolie-industrie en bevordert arbeiderssolidariteit en fatsoenlijk werk op alle plantages. Via de IPOWU zien leden de manier waarop klachten in verschillende delen van de wereld worden behandeld. Door de maandelijkse en driemaandelijkse bijeenkomsten kunnen we met anderen in contact komen en van hen leren.”
Hij ziet veel toegevoegde waarde van dit internationale netwerk. “Het netwerk geeft ons de kans gegeven om te delen en te leren van collega’s in andere landen. Het netwerk heeft veel trainingsprogramma’s die ons de rechten en voordelen voor werknemers leren opeisen. Via dit project bekijkt GAWU ons gender- en OHS-beleid om te zien of het werknemersvriendelijk is. Ook ons beleid rondom seksuele intimidatie wordt opnieuw bekeken. We hebben onlangs geleerd hoe we Kobo Toolbox kunnen gebruiken voor enquêtes en monitoring om ons te helpen bij het verzamelen van gegevens voor onze cao en ander beleid dat we willen herzien. Dat is absolute meerwaarde.”
Voor Konadu is IPOWU “een eyeopener”. Het heeft GAWU gestimuleerd om een vereniging van de palmolievakbonden van Ghana op te richten, “zodat we ideeën kunnen uitwisselen en kunnen kijken naar de verschillen en overeenkomsten in onze collectieve onderhandelingen en tijdens herzieningen van salarissen en lonen.”
INDONESIË – “Palmolie is van de hele wereld”
Ismet Inoni is coördinator van de KBS, de Indonesische coalitie in palmolie, en actief in de palmoliebond GSBI. De Indonesische coalitie KBS werkt al hard aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van werknemers in de palmoliesector. De coalitie bestaat uit acht ngo’s en twaalf vakbonden.
“We werken internationaal al langer samen met verschillende organisaties, waaronder de FNV”, vertelt Inoni. “Vorig jaar was ik mee op missie in Nederland, België en de EU. Later ben ik ook in Colombia geweest met het IPOWU.” Want natuurlijk is KBS onderdeel van IPOWU, stelt hij. “Palmolie is niet alleen van Indonesië en Azië, maar van de hele wereld. Ook in Afrika en Latijns-Amerika zijn er plantages waar misstanden plaatsvinden. Daarom moeten we ons wel verenigen, zo kunnen we samen optrekken tegen de bedrijven.”
Hij is ervan overtuigd dat de vakbonden via de IPOWU hun positie kunnen versterken. “Door internationaal campagne te voeren, kunnen we de druk op bedrijven opvoeren. Daarnaast kunnen we ervaringen uitwisselen, elkaar aanvullen, onderzoeken wat we nodig hebben en geleerde lessen overdragen.” Het succes van IPOWU begin dit jaar in Colombia noemt hij als beeldend voorbeeld. “Hier zagen we concreet hoe solidariteit werkt. We hebben elkaar gesteund en aangemoedigd. Het feit dat alle ontslagen zijn teruggedraaid is volgens mij niet alleen dankzij het IPOWU, maar ook dankzij de gezamenlijke kracht van de Colombiaanse vakbonden.”
Voor de toekomst verwacht Inoni dat het internationale netwerk alleen maar zal uitbreiden, want er zijn tenslotte meer landen die met palmolie werken. Hij verheugt zich op de conferentie in september aanstaande, als de delegaties uit alle deelnemende landen naar Indonesië komen om live te vergaderen en veldbezoeken af te leggen.
Interviews: Astrid van Unen