Opinie: Werknemers zijn beter af met Pensioenakkoord dan zonder

door kaderlid Anne van Dijk

Redactie
Door Redactie 24 juni 2020

Voor vakbondsonderhandelaars geldt volgens mij, dat je je nooit, maar dan ook nooit, in een haastmodus moet laten drukken. Haast gaat ten koste van informatieverstrekking en achterbanraadpleging. Informeren en raadplegen is een heilig deel van de vakbondsregels. Tegenstanders zullen altijd haast gebruiken om de meest bijzondere samenzweringscomplotten de wereld in te slingeren. Dat geldt vooral voor ingewikkelde onderwerpen zoals pensioen.

Achterbanraadpleging

Het ledenparlement beslist in juli 2020. Ledenvergaderingen houden lukt niet op korte termijn, ook gezien de coronabeperkingen. Alternatief is om weer een webinar te houden en achteraf ledenvergaderingen te houden over de uitwerking van het pensioenakkoord. 

Landelijk Actie Comité

Het zelfbenoemde Landelijk Actie Comité Red ons Pensioen maakt het wel heel bont. Het landelijk actie comité legt nooit standpunten voor ter goed- of afkeuring aan de regionale actiecomités. Niet bepaald democratisch. Temeer niet als je te onpas de bondsleiding van ondemocratisch gedrag beschuldigt. Het landelijk actiecomité was tegen het pensioen en AOW-akkoord van juni 2019. Dat meer dan 75% van de leden voor heeft gestemd, wordt afgedaan als manipulatie. Zij waren tegen en zijn nu ook tegen de uitwerking van het pensioenakkoord. Er worden eisen aangevoerd die niet gesteld zijn. Zo moet de AOW-leeftijd terug naar 65 jaar (ook in het buitenland stijgt de pensioenleeftijd) en moet met terugwerkende kracht over 10 jaar, de pensioenen geïndexeerd worden. De SP heeft soortgelijke eisen.

Verkeerde argumenten

Er wordt door tegenstanders van het Pensioen akkoord en de uitwerking van dat akkoord beweerd, dat het pensioen nu bij elke beursbeweging omhoog en naar beneden gaat. In het akkoord is dat voorkomen door het uitsmeren van plussen en minnen over meerdere jaren. Gemiddeld kan er dan geïndexeerd worden. Er wordt beweerd dat pensioen door het akkoord afhankelijk is van de beleggingen, terwijl steeds indexatie bepleit is met verwijzing naar de beleggingsopbrengsten. Het huidige pensioen is, net als het toekomstige pensioen, afhankelijk van de premie-inleg, beleggingsopbrengsten, het gezamenlijk nemen van risico's. Dat de door de overheid opgelegde, veel te lage, rekenrente verdwijnt, wordt plotsklaps niet als een oplossing gezien. Die rekenrente moet gewoon verhoogd worden, vinden de criticasters. Dat die rekenrente niet verhoogd is en alleen maar lager wordt, is niet iets wat genoemd wordt. Ook wordt niet genoemd dat in al die jaren, politieke partijen de rekenrente hebben laten bestaan. Die rekenrente maakt dat de pensioenvermogens, die verdubbeld zijn in 10 jaar door beleggingen, niet benut kunnen worden voor indexeren van pensioenopbouw en ingegane pensioenen.

Geen of beperkte pensioenkorting 2020 en 2021

Wat ook niet genoemd wordt door tegenstanders van het uitwerkingsakkoord, is dat in 2020 en 2021 het korten van pensioen niet gemeten wordt ten opzichte van 100% dekkingsgraad gemeten met de rekenrente, maar ten opzichte van 90%. Dat betekent geen verlaging, of veel minder dan ten opzichte van 100% gemeten wordt. De rekenrente vervalt als het nieuwe systeem wordt ingevoerd. Dat is tussen 2024 en 1-1-2026. Tot het nieuwe systeem er is, moeten wij het doen met de rekenrente.

Zwakke plekken

Er zitten in de uitwerking van het pensioenakkoord wel zwakke plekken. Zo is niet opgenomen wie de compensatie betaalt als bij de afschaffing van de wettelijke doorsnee (gelijke opbouw percentage ongeacht de leeftijd) opbouw pensioenen, deelnemers van 35 jaar en ouder benadeeld zouden worden. Uit berekeningen blijkt dat de meeste mensen geen nadeel ondervinden. Uiteraard moet dat voor iedereen gelden. In het uitwerkingsakkoord staat dat er adequaat gecompenseerd gaat worden. Wie en hoe betaald wordt, staat er niet. De periode van na 2021 tot invoering van het nieuwe systeem (uiterlijk 2026), kan leiden tot verlaging van pensioen omdat de rekenrente nog steeds van toepassing is. Beter was het geweest om af te spreken dat de 90% blijft gelden of, tot invoering van het nieuwe systeem, er geen afboekingen plaatsvinden.

Met pensioenakkoord beter dan zonder

De voordelen zijn volgens mij veel groter dan de mogelijke nadelen. Bovendien zie ik niet dat massa's op de been komen voor verdere verbetering. Ik schat in dat museumpleinachtige hoeveelheden nodig zijn (250.000 in 2004). Ik verwacht dat het ledenparlement alsnog de uitwerking behandelt en dat de bondsleiding in een webinar(s) verdere uitleg geeft naast de vragen en antwoorden in eerdere webinar(s).

A.P. van Dijk, Drachten
FNV-kaderlid

 

Stand van zaken uitwerking pensioen akkoord.

 

FNV doelen pensioenakkoord

Stand van zaken 12-06-2020, voor zover bekendgemaakt.

Eerder uitzicht op een koopkrachtig (geïndexeerd) pensioen voor werknemers en pensioengerechtigden, waarbij pensioen meer gaat bewegen met de economie.

De rekenrente wordt vervangen door projectierendement, per pensioenfonds vast te stellen. Des te lager het projectierendement percentage, des te hoger de pensioenpremie. Deze wordt gemaximeerd op 33% van het pensioengevend loon (dat is het brutoloon min de franchise). Plussen en minnen in beleggingsopbrengsten worden gedempt, onder meer door uitsmeren over meerdere jaren en door een reserve aan te leggen. Het nieuwe systeem moet uiterlijk 2026 ingevoerd zijn. De rekenrente blijft gelden tot invoering van het nieuwe systeem. Over 2021 geen korting, als de dekkingsgraad 90% of meer is volgens de berekeningsmethode met de rekenrente.

80% middelloon, op te bouwen in 42 jaar.

Akkoord. De invulling zal echter per pensioenregeling en verzekerde regeling plaatsvinden, net als dat nu het geval is.

Stabiele premie: richten op een pensioenopbouw ter grootte van 75% van het gemiddelde loon in 40 opbouwjaren (komt overeen met 80% in 42 jaar).

Akkoord. Pensioendoel en -premie percentage worden per pensioenregeling vastgesteld, net als nu. Het percentage projectierendement en pensioenpremie, bepalen de uitkomst.

Een pensioencontract met uitgebreide risicodeling om betere pensioenresultaten te realiseren.

Akkoord. Er kan per pensioenregeling door sociale partners gekozen worden voor het solidaire pensioencontract en een verbeterd premiecontract. Net als nu.

Geen pech en geluk generaties.

Akkoord.

Huidige verplichtstelling blijft behouden.

Akkoord

Compensatie voor deelnemers die benadeeld worden ( 35 jaar en ouder) door het afschaffen van de huidige wettelijke doorsnee opbouw.

De doorsneepremie blijft gehandhaafd. De opbouw niet. Voor de meeste pensioenfondsen is er geen nadeel. Waar er wel nadeel is moet compensatie komen. Waarvandaan is niet duidelijk. Een en ander moet door sociale partners worden vastgesteld.

Wat gebeurt er met verzekerde regelingen, ondernemingspensioenfondsen en beschikbare premieregelingen.

Ondernemingspensioenfondsen, waarbij de werkgever een bijstortverplichting heeft, worden uitgezonderd. Verzekerde regelingen moeten het nieuwe en het oude contract naast elkaar handhaven totdat de laatste onder het oude contract met pensioen is.

Meer inzicht bieden aan deelnemers door:

Het pensioenvermogen dat gereserveerd is;

De ingelegd premie

Het te bereiken pensioenresultaat

Akkoord. Ook bij het samenvoegen van de pensioenopbouw uit het oude contract in het nieuwe, moet per persoon aangegeven worden wat de waarde is en het vooruitzicht.

Geen verslechteringen.

In 2021 geen afboekingen bij dekkingsgraden van 90% of meer. Over de jaren tot 2026, is het niet duidelijk.

Werknemers zonder pensioenregeling (witte vlekken).

Is in kaart gebracht. Deze bedrijven helpen pensioenregelingen tot stand te brengen, zonder hoge advieskosten. Vakbonden door bedrijven te laten aansluiten bij bestaande pensioenfondsen.

Zzp’ers gemakkelijker toegang tot pensioenfondsen geven.

Experimenten waarbij zzp’ers pensioen kunnen opbouwen binnen een pensioenfonds. De 10 jaar maximaal schrappen. Kennelijk is niet afgesproken dat het inhurende bedrijf het werkgeversdeel van de pensioenpremie van zzp’ers gaat betalen.

Betaalbare verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.

Minister neemt advies Stichting van de Arbeid over. Begin 2021 wetsvoorstel.

 

Huidig nabestaande pensioen bij overlijden na pensionering, blijft gehandhaafd (70% ouderdomspensioen). Partnerpensioen voor pensionering: risico basis; gebaseerd op hele salaris i.p.v. pensioengevend loon; fiscale ruimte 50% van het gehele salaris, 20% voor halfwezen en 40% voor wezen tot 25 jaar.

Uitzendkrachten.

Mogelijk wordt de bepaling 6 maanden geen opbouw, geschrapt. Verbeteringen worden in het CAO-overleg tussen vakbonden en werkgeversorganisatie ABU besproken.

AOW.

Het bevriezen op 66 jaar en 4 maanden tot en met 2021, is wettelijk geregeld. Vanaf 2022 tot en met 2024 plus 3 maanden per jaar. Daarna 8 maanden bij 1 jaar levensverwachting stijging.

De boete op eerder ophoudt regelingen 3 jaar eerder dan de geldende AOW-leeftijd is, gaat vervallen gedurende 5 jaar. Er is een concept wetsvoorstel. Er mag maximaal € 21.200 bruto per jaar betaald worden.

 

FNV stelt voor dat het mogelijk is eerder op te houden gedurende 4 dagen per week en 1 dag per week door te werken.

Was al akkoord. De uitvoering moet door sociale partners in cao's of per bedrijf geregeld worden.

 

 

 

Geen overeenstemming over, wellicht kan de kamer dat bij amendement bewerkstellingen.

De mogelijkheid om uit toeslagen extra pensioen op te bouwen, zodat eerder ophouden geen grote gevolgen voor het ouderdomspensioen heeft.

Geen overeenstemming over. Mogelijk moet voor pensioenregelingen die de maximale fiscale opbouw gebruiken (momenteel 1,785%), een uitzondering gemaakt worden.

 

Verlofsparen gaat van 50 weken maximum naar 100 weken maximum.

 

Er is een concept wetsvoorstel voor 10% opname van het pensioen bij pensionering.

Subsidie 4 x 200 miljoen. Sectoren met veel zwaar werk meer subsidie. Gebruik moet aangevraagd worden.

Is uitgebreid naar 1 miljard, 750 miljoen voor eerder ophoud regelingen en 250 miljoen voor duurzame inzetbaarheid.

 

 

 

A.P. van Dijk, Drachten

12-06-2020; herzien 15-6-2020; herzien 23-6-2020

Cookies op websites van de FNV

De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast maken we optioneel gebruik van statistische en marketing cookies. De functionele en statistische cookies maken geen gebruik van persoonsgegevens. De marketing cookies worden gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Onderstaand kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies. Voor meer informatie, of om op ieder moment je instellingen weer te wijzigen, kun je terecht op onze pagina over de cookies.

Functionele cookies: Cookies die nodig zijn om te zorgen dat de websites naar behoren functioneert.

Statistische cookies

:

Geven inzicht in hoe onze bezoekers de websites gebruiken.

Marketing cookies

:

Deze cookies gebruiken we om de websites op jouw voorkeur af te stemmen.