De FNV Pensioenacties 2019 hebben succes. Het Nationaal Pensioenakkoord van juni 2019 regelt dat de AOW minder snel omhoog gaat. Zou die eerst in 2021 op 67 jaar staan, nu wordt het 67 jaar per 1 maart 2024. Was het tot 2019 gemiddeld een jaar hogere levensverwachting, en dan ook een jaar later de AOW-datum, in het Pensioenakkoord werd het acht maanden later de AOW-datum. Hij blijft (helaas) wel opschuiven maar langzamer.
Wat moeten we daarmee? Nou, heel veel. Zo’n rechtse regering kan ons wel steeds langer laten doorbuffelen, maar dat wil niet zeggen dat lichaam en geest dat net zo makkelijk bolwerken. De ouderdom komt met gebreken. Zie de stijgende AOW-datum maar eens te halen.
Eerder kunnen stoppen met werken, wordt nog belangrijker. In het Pensioenakkoord is hierin voorzien. Aan de cao tafels kan de FNV afspreken dat werknemers met zware beroepen vanaf 2021 maximaal drie jaar eerder dan de AOW-datum met pensioen kunnen, met als inkomensbasis een door de werkgever te betalen RVU-boetevrije
€ 21.000/jaar. Vanaf 2021 mogen werknemers 100 in plaats van 50 vakantieweken sparen. Die kunnen zij inzetten om eerder te stoppen. En dan hebben we nog het Generatiepact, een aantal jaren voor de AOW-datum bijvoorbeeld een dag per week korter werken,
80-90-100, 80% werken, 90% loon, 100% pensioenopbouw.
Dat moeten wel harde afspraken worden. Met regie werknemer. Zodat werknemers ontzorgd worden met harde garanties waar zij op kunnen terugvallen. En zonder onderscheid naar functies. De drie jaar RVU-boetevrije € 21.000/jaar alleen voor zware beroepen? Dat is ‘old school’ paternalisme. Oplossing: iedere cao-functie is een zwaar beroep. Laat mensen vooral zelf uitmaken of ze hun werk als zwaar ervaren. En zo ja, de regeling. Regie werknemer!