Vanaf 1 juli 2021 ben ik vanuit de werkorganisatie FNV als manager collectief aan de slag gegaan met de sectoren Senioren en Diensten. Een mooie, uitdagende klus waar ik met veel plezier aan werk.
Op 1 januari 1989 ben ik in dienst gekomen van de Industriebond FNV, een voorloper van FNV Bondgenoten die op haar beurt weer opgegaan is in de huidige FNV. Als kaderlid aan de slag gegaan bij “mijn FNV” en dat is precies hoe het nog altijd voor mij aanvoelt; werken in en voor een prachtige vereniging.
In de bijna 33 jaar dat ik bij de FNV werk, heb ik al veel mooie klussen mogen doen, met als belangrijkste doel: het sterker maken van de FNV. Dat is een motto wat altijd in mijn achterhoofd speelt. Het is mijn persoonlijke overtuiging dat, ook in Nederland, er een sterke vakbeweging hard nodig is. Daarbij past maar een naam; de FNV. Een club die opkomt voor de belangen van gepensioneerden, uitkeringsgerechtigden en werkenden.
Toen ik begon aan deze klus waren er toch wel wat gefronste wenkbrauwen in mijn omgeving; “Ga je aan de slag bij de sector Senioren?” Voor mij is het een logische stap; aan de slag met de “veteranen” van de vakbeweging. Mensen die vaak een lange traditie hebben binnen de FNV of de rechtsvoorgangers. Die zich ook nu inzetten als vrijwilliger in de regio, die anderen begeleiden, bijvoorbeeld bij een keukentafelgesprek door de gemeente. Die themabijeenkomsten organiseren, over uiteenlopende onderwerpen. Kortom een groep mensen om trots op te zijn; die voor mij de geuzentitel krijgen; de Veteranen van de FNV!