Werkenden dupe van aanbesteden
- 21-03-2018
Sinds een jaar of 25 laat de politiek een aantal publieke diensten over aan de vrije markt. Concurrentie, ook in de zorg, het personenvervoer en in de postsector zou alles goedkoper en beter maken. De negatieve kanten daarvan komen steeds duidelijker aan het licht. Er is één partij die pas écht goedkoper wordt van de vrije markt. Dat is de werknemer.
Veel publieke diensten zijn zo'n 25 jaar geleden in de markt gegooid. Gemeenten, overheid en semi-overheid zijn opdrachtgever geworden en moeten hun diensten openbaar aanbesteden. Bedrijven kunnen daarop inschrijven en wie de beste offerte maakt, wint. Maar wat is dat eigenlijk, de beste?
Werknemer betaalt prijs
De overheid is de grootste aanjager van de bouw in Nederland. Projecten moeten op last van Brussel openbaar en Europees aanbesteed worden. Dat is een kostbaar en tijdrovend proces waarbij er veel druk op de prijs ligt. De goedkoopste aanbieder heeft in de ogen van de opdrachtgever immers op het eerste gezicht het aantrekkelijkste plan. Om de goedkoopste te worden kun je maar één ding doen: zo min mogelijk vast personeel en zo veel mogelijk onderaannemers die werknemers in allerlei schijnconstructies kunnen duwen. Dat drukt de prijs van arbeid. De werknemer betaalt die prijs met onzekerheid en een laag inkomen.
Bezuinigingen op zorg
In de gehandicaptenzorg en verpleeg- en verzorgingshuizen is afgelopen jaren stevig bezuinigd. De maatschappelijke ondersteuning en de jeugdzorg is nu een verantwoordelijkheid van gemeenten, maar met fors minder budget. Het gevolg: er is steeds minder geld voor personeel. Het aantal cliënten neemt niet af. Ook hier wordt naar opdrachten gedongen door ondernemers. De prijs is de belangrijkste factor: daarmee word je de aantrekkelijkste kandidaat. Hoe lager de prijs; hoe meer werknemers én cliënten aan het kortste eind trekken.
Feest begint weer opnieuw
Beveiligers, schoonmakers, chauffeurs van gehandicapten en buschauffeurs kennen het inmiddels allemaal: zodra de huidige opdracht afloopt begint het hele feest weer opnieuw. Zal hun bedrijf de aanbesteding winnen? Zo nee, kunnen ze dan op z'n minst mee naar de winnende aanbieder? Zo ja, kunnen ze dan nog wel voor dezelfde arbeidsvoorwaarden en hetzelfde loon blijven werken?
Werkdruk en onzekerheid
Aanbesteden is voor niemand leuk. Niet voor de consument, want de zorg, het vervoer en de bouw is er niet altijd goedkoper of beter op geworden. Niet voor werkgevers, want een aanbestedingstraject kost een hoop geld en het blijft een gok: als je verliest was alle moeite voor niets. Je kunt er bijna geen vast personeel voor aannemen, want elke opdracht verloopt een keer. Het is niet leuk voor opdrachtgevers. Zij moeten telkens een duivelse knoop doorhakken: geven we geld uit aan kwaliteit en vakmanschap of houden we de hand op de knip zodat we lekker goedkoop uit zijn? En aanbesteden is het minst leuk voor werknemers: hun werkdruk neemt toe, hun onzekerheid neemt toe en juist uit hún salaris wordt die goedkope offerte gefinancierd.
Kies sociaal
De geest is al een hele poos uit de fles. Aanbesteden is de norm, én een verplichting vanuit Europa. Dus wat kunnen we nog doen? Wij, als burgers, hebben op 21 maart een belangrijke stem. We kiezen dan nieuwe gemeenteraden, die straks allemaal opdrachtgever zijn. Van de bouw van een nieuwe bibliotheek tot het aanbesteden van zorg. Onze raadsleden hebben straks een stem in welke aanbieder de opdracht krijgt. Laten we ze dan bij dezen oproepen: kies sociaal en kijk naar kwaliteit van werk. En laat die goedkoopste aanbieder liggen: zijn korting komt zonder twijfel bij zijn werknemers vandaan.
Han Busker, voorzitter FNV
Dit opiniestuk is zaterdag 17 maart 2018 geplaatst in dagblad De Gelderlander.