Vuilniswagenproducent Geesink uit Emmeloord is door de rechter op de vingers getikt, omdat het onterecht officiële waarschuwingen gaf aan stakende medewerkers. Ook mocht het bedrijf het loon niet inhouden van mensen die staakten tijdens inhaaluren. Dat heeft de voorzieningenrechter in Lelystad beslist.
Het bedrijf stelde vorig jaar vanwege de coronacrisis een urenbank in. Werknemers gingen per dag iets minder werken om die uren later weer in te halen. De min-uren werden bijgehouden in de urenbank. Vanwege een cao-conflict hielden medewerkers vanaf december vorig jaar een aantal zogenaamde overwerkstakingen. Dat deden ze tijdens de momenten dat ze de min-uren uit de databank zouden inhalen.
De directie van Geesink was het daar niet mee eens en minderde de niet gewerkte inhaaluren op het salaris van haar medewerkers. Bovendien kregen de stakers daarvoor een officiƫle waarschuwing in hun personeelsdossier. FNV spande namens de stakers een kort geding aan tegen het bedrijf en is dus door de voorzieningenrechter in het gelijkgesteld.
De rechter stelt in het vonnis dat als een medewerker in opdracht van de werkgever minder uren werkt dan wat in de arbeidsovereenkomst is afgesproken, de werkgever volgens de wet het loon gewoon moet doorbetalen. Deze regel is volgens de rechter van toepassing op de urenbankregeling van Geesink. Daarom mocht Geesink niet alsnog het loon inhouden op het moment dat tijdens het inhalen van de min-uren werd gestaakt. Geesink moet van de rechter het ingehouden salaris alsnog uitbetalen en de officiƫle waarschuwingen uit het personeelsdossier schrappen.