Actie nodig om armoede onder werkenden terug te dringen
Uit cijfers van het CBS van vandaag blijkt, dat met name zelfstandigen en mensen die in deeltijd werken een hoog risico op armoede lopen. Bij 9 op de 10 werkenden met risico op armoede gaat het om mensen die in deeltijd werken. Voor grote groepen werkenden is werk niet meer vanzelfsprekend een middel om uit de armoede te raken.
FNV vicevoorzitter Kitty Jong: ‘Dat moet echt anders. Werkgevers, houd nu eens op met mensen die graag meer uren werken maar voor 10 uur in te huren, omdat je het werk liever over meer mensen spreidt, want dat is zo lekker flexibel. Ook de achterblijvende lonen spelen een rol. Zelfstandigen hebben te maken met een te grote neerwaartse druk op tarieven. Het wordt tijd dat ook werkende armen het beter gaan krijgen.’
Toename risico armoede
Het is opmerkelijk dat sinds 2013, na het einde van de crisis, het risico op armoede aan het dalen was. Maar in 2017 is deze daling tot stilstand gekomen, ondanks het feit dat het economisch beter gaat. Bij de groep zelfstandigen is het risico om in armoede te leven zelfs toegenomen in 2017. Jong: ‘Werkenden met een laag inkomen merken dus helemaal niets van een aantrekkende economie, en het zijn er helaas steeds meer. ’ Van 2001-2014 is het aantal werkende armen met 60% gegroeid, bleek eerder uit SCP onderzoek.
Hoorzitting werkende armen
Aanstaande donderdag organiseert de Tweede Kamer een hoorzitting over “Werkende armen”. De FNV zal in deze hoorzitting onder andere voorstellen dat werkenden in staat gesteld moeten worden om meer uren te werken. Het minimumloon moet omhoog. Ook zou schijnzelfstandigheid strenger aangepakt moeten worden; het wordt nu als verdienmodel gebruikt omdat het 40% goedkoper is dan mensen in dienst nemen. Tenslotte is het hard nodig de armoedeval te bestrijden: het feit dat mensen geen toeslagen en kindregelingen meer krijgen als ze net iets meer verdienen dan het minimum, en er dus op achteruit gaan als ze meer werken.
