Vanaf 1 januari 2018 heb je een Persoonlijk Keuzebudget (PKB). Het geld uit dit budget mag je gebruiken voor extra vrije dagen, extra loon of voor scholing. Je werkgever stort een deel van de bovenwettelijke vakantiedagen in dit potje. Je mag zelf ook geld in dit potje stoppen.
Volgens de cao heb je recht op minimaal 24 vakantiedagen per jaar. Werk je parttime, dan heb je natuurlijk recht op een evenredig deel van die 24 dagen.
Je 24 vakantiedagen bestaan uit 20 wettelijke vakantiedagen. Dat is het minimum aantal vakantiedagen waarop je volgens de wet recht hebt. De 4 extra vakantiedagen zijn zogenaamde bovenwettelijke dagen. 2 van deze 4 bovenwettelijke dagen worden vanaf 1 januari 2018 omgezet in geld en in je PKB gestort.
Werk je langer dan 10 jaar bij je werkgever? Of ben je jonger dan 19 jaar of ouder dan 45 jaar? Dan heb je volgens de cao recht op nog meer vakantiedagen. Ook deze extra vakantiedagen worden vanaf 1 januari 2018 omgezet in geld en in je PKB gestort. Je mag er ook voor kiezen je PKB zelf aan te vullen met je brutoloon.
Bij elke uitbetaling van je loon kun je kiezen of je het tot dan toe opgebouwde PKB-saldo wilt inzetten of niet.
Gebruik je het PKB niet of niet helemaal, dan krijg je het PKB-saldo dat overblijft aan het einde van het vakantiejaar volledig uitbetaald. Heb je vanuit je PKB vrije dagen gekocht maar vervolgens niet opgenomen, dan worden ook deze dagen weer omgezet in geld en krijg je ze aan het einde van het jaar alsnog uitbetaald. Het gaat altijd om brutobedragen.