Minister De Jonge beweert dat de tarieven die gemeenten betalen voor huishoudelijke hulp reëel zijn. Dat doet hij in een brief aan de Tweede Kamer. Wij vinden de uitspraak van de minister veel te voorbarig: het onderzoek naar of gemeenten wel reële tarieven hanteren voor de huishoudelijke hulp betalen loopt nog.
Het onderzoek naar of gemeenten wel reële tarieven hanteren voor de huishoudelijke hulp, wordt uitgevoerd door de Regiegroep reële tarieven. In deze groep komen werkgevers, vakbonden, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen.
De regiegroep heeft tot nu toe slechts 13 casussen behandeld. Veel aanbestedingen lopen nog. Op basis van een eigen inventarisatie door werkgevers (ActiZ en BTN) en werknemers (FNV en CNV) moeten we vaststellen dat de tarieven in veel gemeenten nog achterblijven.
We zien wel dat er sprake is van een voorzichtige aanpassing van de tarieven. De ‘race naar de bodem’ lijkt gestopt. Maar dat wil nog niet zeggen dat er sprake is van reële en dus kostendekkende tarieven.
Wim van de Hoorn, bestuurder FNV Zorg & Welzijn: ‘Wil je een loon conform de cao VVT uitbetalen, dan kan dat alleen op basis van een uurtarief van € 25 à € 27. Dat doet maar een klein deel van de gemeenten. Ongeveer driekwart van de gemeenten zit daaronder en heeft dus te lage tarieven.’
FNV en de andere bonden hebben met VWS en VNG afspraken gemaakt. Deze moeten ertoe leiden dat gemeenten reële tarieven gaan hanteren. Er moet nog veel gebeuren om dit te bewerkstelligen en het is daarom nog veel te vroeg om tot conclusies te komen.
De FNV heeft een nieuwe website. Hierdoor kan het zijn dat links op deze pagina niet werken of afbeeldingen niet zichtbaar zijn. Excuses voor het ongemak.